yesiwood.be https://www.yesiwood.be/nl/ Yes I Wood! Wed, 06 Jan 2021 13:12:28 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.7.1 https://www.yesiwood.be/wp-content/uploads/2018/04/cropped-LogoJo-2018-1-66x66.jpg yesiwood.be https://www.yesiwood.be/nl/ 32 32 Lettres de ma retraite https://www.yesiwood.be/nl/2021/01/06/lettres-de-ma-retraite/ Wed, 06 Jan 2021 13:10:59 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=11667 Voor meer dan enkelen onder jullie is het ondertussen al een jaar of zeven geleden dat ik nog een teken van leven gaf. En voor een paar anderen is het wellicht de eerste keer dat ze aan deze be-proeving worden blootgesteld. 

Nee, ik ben niét vertrokken met de Zuiderzon. Ik woon niét in Dubai. En evenmin ben ik met Musk vertrokken naar Mars. Nu ik me wanhopig vastklamp aan de verkeerde rand van de afgrond van de pensioenbare leeftijd hoog tijd om die beknellende onzekerheid  uit de wereld te helpen. 

De beschouwelijke fase is volop aangebroken. Er is genoeg stof om over na te denken. Zeker in mijn atelier, daar heeft het stof zich de voorbije jaren al gewurmd tot in de kleinste gaatjes en de meest exotische plekjes, nauwelijks gestoord door een overvloed aan houtkliekjes die nog braaf en geduldig vruchteloos wachten op een schitterende toekomst. Het universum van de xylofiel, een eeuwigheid van voortdurend nieuwe ideeën gevolgd door uitdagingen gevolgd door moeilijkheden gevolgd door af en toe een klein succesje al dan niet grote mislukking. 

En alhoewel lijnen de essentie zijn van houtbewerking, zat er geen lijn in, het was allemaal één grote Spielerei. Het geeft niet als je verliest met dit spel, want er is toch niets te verdienen als je wint. Waar ik rond kijk in ons huis zie ik dingen van mezelf in allerlei maten en soorten, tussen al de prachtige schilderijen die Roos van haar kant al die jaren heeft gemaakt. Met voor ons allebei het gevoel dat we ons soms verwonderd afvragen of en hoe we het zelf gemaakt hebben. Ja dus. Gevolgd door een besef dat dit eigenlijk nog niets is, dat we nog veel meer willen en veel meer kunnen en veel minder moeten. Het is mooi geweest, het is mooi, en hopelijk blijft het mooi blijven. 

Wat dan wel? When all is said and done, more is said than done. Schrijven dus. In ooitse tijden was een boekhouder een ‘schriever’ ( een secretaris was zelfs een geheimschrijver) , en dus is uiteindelijk de boekhouder maar een schrijver geworden. Het zal wel van armoede zijn zeker, vooral geestelijke. Allemaal de schuld van een andere collega-schriever, David van Reybroeck. Schreef die wel niet in zijn “Congo” boek dat hij veel informatie had gevonden in de personeelsdossiers van het Afrika-archief van Buitenlandse zaken? Het noodlot sloeg toe. Een mailtje heen vol ijdele hoop, en twee dagen later een berichtje terug dat het halvemeterhoge dossier over mijn grootvader Valere Gelders, die de koloniale natie had gediend van 1907 tot 1915, voor mij klaar lag ter inzage in de leeszaal. Tien bezoekjes en veel meer maandjes later was het manuscript klaar over de onbekende correspondentie tussen hem en de minister van Koloniën, die 100 jaar lang niet beroerd was geweest. Een beetje later vond ik nog de dagboeken terug van een andere schoon-overgrootvader Victor Maeseele, 38 jaar  en 1700 pagina’s als veldwachter in Egem tussen 1886 en 1924. Dat kon ik toch evenmin laten liggen.

Klaar, dacht ik. Mis. Met voortschrijdend inzicht en ditto leeftijd kwam stilaan het besef dat veel van mijn jeugdse wereld compleet verdwenen was uit het straatbeeld, tegelijk met veel herinneringen aan mijn voorouders. In het huis van mijn vader waren er veel boeken. Heel veel zelfs. Te veel. Gek genoeg geen boek over onze familie, onze voorvaderen en voormoederen, en ook geen boek dat Papa zelf geschreven had. Nochtans had hij een meer dan gemiddelde familiale belangstelling en schrijftalent.  

Tijd om ook daaraan iets te doen, een postume correctie dus.  De Spyckipedia Belgica Part One zag het levenslicht. Vakkundig geholpen door mijn memorabele grote broer slaagden we erin om onze Scalectrix, Viewmaster, Melodika en Dafkes voor de eeuwigheid te conserveren. Voor mezelf zal die schrijfperiode wel bijzonder blijven, een week op de Queen Mary 2 van Engeland naar New York…

Die Spyckipedia was nog niet helemaal geprint en begraven of een verre mij onbekende achterneef belde me, hij had gehoord dat ik de hele geschiedenis van de familie beschreven had, en dat ik dus alles wist van zijn (van onze) Verstraete-voorvaders-aannemers. Had hij niet goed gelezen. Ik was juist integendeel verwonderd dat er zo weinig geweten was, terwijl ze toch wel een paar kerken hadden gebouwd. 

Enfin, zo hadden mijn jongere broer Luc en ik al direct weer een andere bezigheid. 45 kerken en 200 jaar metsers later leek er ons toch al een stapje gezet in de goede richting. Dat werd allemaal netjes verwerkt in de tijdslijn op de website van het bedrijf ( www.verstraete.tem/nl/historiek) niet mis. Wordt vervolgd, ze hebben nog een paar jaar voor de boeg. 

Websites, nog zo een zijstraatje van de voorbije jaren. On n’est jamais aussi bien servi que par soi-même, dus dat werd www.jospyckerelle.com *.  Naast eentje voor mijn Franse houtclubje in Gaillac ( www.aob81.org) heb ik ook wel een speciaal boontje voor mijn piepjonge neefje www.jefdecleir.com , die nu sinds twee jaar als begaafd schrijnwerker en timmerman de mooiste dingen ter wereld maakt. En een ander neefje is de muzikale toer opgegaan met zijn Intercontinental Ensemble. Daar zul je nog van horen!

En zo is de cirkel ⭕ngeveer rond. Ik pruts nog volop in mijn ateliertje als ik de kans krijg om van de kleinste tot de grootste objecten te maken, maar de lijst van ideeën blijft maar hopeloos eindeloos. De redding is nog verre van nabij, met of zonder pensioen. 

Trouwens, mijn stokoude levensmaatje is ondertussen óók al met pensioen. Met een bewonderenswaardige reeks schilderijen, thans allemaal in privé-verzamelingen van kenners verspreid over de hele wereld, van Nederland, Frankrijk, tot Italië en Australië,  heeft ze dat zeker verdiend. Zo moet het. Al moet er niets. Hou het allemaal veilig, en wees voorzichtig. Pensez aux autres, pensez aux vôtres.Jo

]]>
Lettres de Mon Website https://www.yesiwood.be/nl/2014/03/01/lettres-de-mon-website/ Sat, 01 Mar 2014 08:54:11 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=11664 Dag Lieve Trouwe Lezers,

Ik zeg het U maar meteen, na al die jaren: ik zal U diep moeten teleurstellen.
Geen ronkende verhalen, weg die lange litoten, afgelopen met de afgezaagde anaforen, goodbye goedkope haiku’s. Da’s de oude tijd.  De geschreven pers heeft het inderdaad moeilijk.Wie leest nu nog iets de dag van vandaag?

Nee, het moet allemaal veel meer swingend zijn. En vooral veel plaatjes.
Eén beeld zegt meer dan een duizend woorden, hoe goedbedoeld ook.
Eruit gaan ze, hop, met hun clicken en clacken.

Kijk maar even op www.jospyckerelle.com. Dan weet je wat ik bedoel.

Veel kijkplezier. Jo

]]>
Your Turn – A Votre Tour – Jouw Beurt https://www.yesiwood.be/nl/2014/02/10/comments/ Mon, 10 Feb 2014 12:59:01 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=5254 Joe Woodworker

 

]]>
Retired and Extremely Dangerous https://www.yesiwood.be/nl/2012/02/26/februari-2012/ Sun, 26 Feb 2012 14:22:51 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=6586 Lieve lezers,

Het kraakt dat het vriest. C’est pas le Midi, c’est la Sibérie. De zoldervenstertjes, die ik in mijn atelier aan het maken ben, snakken naar lijm, maar die is nu zo keikoud dat ik in fatale berusting het einde van de frisse frieskou moet afwachten. Tijd voor memories en mijmeringen. En na anderhalf jaartje is het toch niet ongehoord noch onbescheiden om een ietsje van zich te laten horen. Leuk nieuws is goed nieuws.

We houden van landterfanten. Van het ene landje naar het andere. Met een lichte voorkeur voor Mensliche temperaturen, dus dat komt in deze barre tijden ( of is het bartijd?) goed van pas. Een tropisch eiland ergens in de Caraïben, begin 2012. Sinds enkele jaren heb ik geleerd onder te duiken. Spannend, een heel andere wereld waar alles een beetje omgekeerd is. Je hebt geen lucht, geen zwaartekracht, alleen gebarentaal, je beweegt zonder moeite in drie dimensies, en het is soms alsof je in een 3D kleurboek ronddwaalt. Met onverwachte verrassingen. Een vlaamse haai bijvoorbeeld. Eentje (een hondshaai), lag vandaag rustig in zijn kotje 20 m diep te snurken. Drie meter lang, en wij met tien andere lekkere duikbrokjes er een metertje vanaf…

Same time, same place. Aan de ingangspoort van de Club Med hangt een bijzonder bescheiden bordje. Voor de milde weldoeners. In 2006 werd het hele complex gerenoveerd. En de Franse staat, de Région, en de Europese Gemeenschap worden gelauwerd voor hun weldoende steun. Al begrijp je wel dat ze iets willen doen aan de hoge werkloosheid, toch blijft het gek dat belastingsgeld wordt gebruikt om toeristen op vakantie te laten gaan. Maar je hebt er wel Food Glorious Food. Eigenlijk zouden ze standaard een extra reisverzekering tegen overgewicht moeten aanbieden.

De laatste ochtend van ons verblijf maak ik een rondje in de hoofdstad(je). In één van de hoofdstraten staat een enorme rij mensen, honderden meters lang. Een uitverkoop? Solden? Inschrijven in de kiesregisters voor de komende presidentsverkiezingen? Uiteindelijk kom ik aan het begin van de rij, een volkomen platgelopen bureautje van de Caisse pour Allocations Familiales…

Een heel ander plekje in de Oost. Als we eenmaal terug zijn missen we de miljoenen groenen. Van rijstveldgroen tot bananenbladgroen, limoengroen, spinaziegroen, papayagroen,koffiedonkergroen, alangalanggroen, varengroen, tempelmosgroen, batikgroen, langebonengroen, cacaogroen, rivierrotsmosgroen, advocadogroen, frangipanigroen…

Ik ben op mijn eentje op solo-toer in Ubud. Roos is even bij het spekspiegelgladde zwembad gebleven. In de hoofdstraat staan drie enorme zwarte stieren te trappelen vlak naast de tempel ( eentje van de driehonderd tempels in het stadje). Zes meter hoog, papier maché. Er worden nog twee torens bij gebouwd, nog een stukje hoger, op een vlot van bamboepalen. Begrafenisje. De zaterdag is het Batjes. Niemand kan er nog bij. De torens worden opgetild door honderd zwetende lijven, en maken op het kruispunt drie keer een rondje om de ziel van de overledenen toe te laten hun weg en karma te vinden in het hiernamaals.

Vandaar gaat het richting crematie, een kilometertje verderop, met een hels lawaai. De electriciteits- en telefoonkabels die over de straat hingen zijn losgemaakt, anders kan niemand door. Dus de helft van het stadje zonder stroom… Er is een hele loopbrug gebouwd om de kisten uit de torens te halen, ze worden bedolven onder duizenden kadootjes van batik, rijst, envelopes, papierbloemen. En dan gaat alles in de fik. Tientallen toeristen met camera’s klimmen op de loopbrug om een unieke point de vue te hebben. Tot achter hen de torens door de wegwaaiende gensters ook in de fik gaan, en de loopbrug letterlijk een loopbrug wordt. ” Ik wil nu nog niet gecremeerd worden!”. Op de way back worden alle kabeltjes netjes terug gehangen. Ze kennen het wel, hun stiel. Een tiental keer per jaar houdt er de routine in.

In the Deep South, het uiterste Zuiden van Frankrijk. We luisteren in de bus naar het inbelprogramma van Radio Free-DOM, van Département d’Outre-Mer. ” J’ai un coup de gueule. La pression de l’eau potable est trop forte. Ca change mon tuyau d’arrosage en Kärcher, et la belle-mère n’ose plus prendre la douche”.

Back home, volle zomer. We wilden geen huisdieren. Tot nu toe. Want, als je wat reist, dan kan je die beestjes moeilijk alleen thuislaten. Nu is het zover. We hebben er vijf in één klap. Het zijn goede wakers, eigenlijk meer goede kwakers. Vijf grasgroene kikkers zittenin het avondzonstrijklicht rustig na te genieten op de nagloeiende boordstenen van ons vijvertje . Brad, Jack, Meryl, Leonardo en Sofia, alleen ontbreekt hen nog een flashy zonnebril om helemaal “cool” te zijn. Je zou punt-oren krijgen van hun gekwaak.

Herfsttijd. Het maïsveld naast de deur is ondertussen een stoppelveld geworden. Of eerder een ongeschoren stoppelbaard van drie weken oud. Nu begrijp ik waar Anselm Kiefer zijn inspiratie voor zijn gigantische schilderijen heeft gehaald. En als je dan s’nachts de sterrenhemel erboven ziet, dan besef ik dat de mens het enige dier is dat zichzelf belangrijk vindt.

Nu de Fransen de smaak te pakken ( na de stad Albi is nu ook de repas gastronomique geklasseerd als cultureel erfgoed) gaan ze weer een stapje verder. De CGT vakbond heeft bij de Unesco een dossier ingediend om de stakingen à la française te beschermen als werelderfgoed. De schrik zit er diep in gebakken dat er straks hier geen arbeiders meer genoeg zullen zijn om nog deftig te kunnen staken…

Jo

PS De titel is gepikt. Als je zin hebt in een leuke papy-film met Morgan Freeman, Bruce Willis en Helen Mirren, zeker zien.

]]>
Lettres de mon Potager https://www.yesiwood.be/nl/2010/10/26/oktober-2010/ Tue, 26 Oct 2010 14:20:48 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=6584  

De tijd vliegt…. om te verdoezelen dat ik ondertussen al achttien maanden radiostilte heb bewaard.
Nee, we zijn niet opgepakt geweest door de geheime politie, we hebben nog altijd internet, en we zijn nog samen. Dus maar een kleine bloemlezing van alle belangrijke dingen uit het voorbije nabije verleden.

November 2009. Nog maar pas hadden we twee weken zomerse dertiggradenachtige toestanden, om de week erna une petite goutte polaire met koelkastklimaat te moeten doorstaan. De salamandertjes – of salamandertjes zoals Roos die noemt – wurmen zich in paniek in de winterse muren. Onze verwarming is het noorden kwijt. Het wordt met één klap bitter winters koud, de eerste nachtvorst. s’Ochtends hangen de takken van de moerbeziebomen bij het huis nog zwaar door van het oerwoud van donkere bladeren. Bij de eerste warme zonnestralen en het ditto zuchtje wind dwarrelen de eerste blaadjes neer, gevolgd door nog meer en nog meer, en nog meer. Even later is het een groene waterval vanuit het diepvriesspinaziebladerdek. Tegen de middag staren de bomen kaal en hijgend te staren naar de ritselende groene haartooi aan hun voeten, alsof ze net van een iets te fanatieke kapper zijn teruggekeerd.

Vrijdagavond, feestdag van Sainte Cécile. De kathedraal van Albi is in een schemerige sfeer, alle banken vol, doodstil. Vanuit de verte van het koor klimmen zes mannenstemmen de gewelven op, betoverend. Ze zingen gregoriaanse muziek, die hier, op deze plek, duizend jaar geleden werd gezongen en neergeschreven. Hun stemmen vullen de immense ruimte als een menselijk orgel, en het wordt nog boeiender als ze zich overal verplaatsen. Het lijkt alsof de duizend jaar oude stenen plots een even eeuwenoud deuntje herkennen en weer tot leven komen.

December 2009. We houden van afwisseling, en afwisseling houdt van ons. Nauwelijks zijn we van de kou bekomen, of we krijgen twee dagen orkaan als toetje. Tuinbanken die je normaal met zijn tweeën optilt dwarrelen nu door de tuin alsof het pluimpjes zijn. Duiven en roodborstjes en steenuiltjes en wegwaaimussen klampen zich krampachtig vast aan de grassprietjes, en de helft van het maïsveld naast de deur, dat in onze tuin op bezoek komt, vormt een perfecte isolatie voor nog meer kou. Roos begint de koolweesjes te voederen. Het duurt even voor ze de weg hebben gevonden, en de duiven volgen hen alras, en proberen hun dikke lijven op het kleine stokje te wurmen.

Januari 2010. In Frankrijk hebben alle plattelandspostbodes een loper voor brievenbussen, om pakjes te kunnen deponeren. Josette, onze postbode, vraagt ons op een dag wat we doen met alle mooie postzegels die we uit België krijgen (en dat is nog een heel ander oud verhaal van vaderlijke verzamelwoede en zo). Haar zoontje verzamelt die. Een jaartje later overhandigen we haar een welgevulde enveloppe (met postzegels). Zij dolgelukkig. De volgende middag openen we onze postbus. Middenin troont een heerlijke chocoladetaart, door haar zelf gebakken en direct ter plaatse bezorgd voor onze gulzige mondjes.

April 2010. Van gulzige mondjes gesproken. Wulpse weiden en raspende koeientongen vormen weer onderdeel van ons dagelijks landschap. Tijd om echt iets aan de potager te gaan. Veertig jaar terug liet mijn vader de gevel van een jaren-1920-villa aan de Belgische kust afbreken, en sloeg de houten palen op in zijn garage. Om Ooit Nog Eens Iets Mee Te Doen. En daar bleven ze, tot een zoontje verlegen om bouwmaterialen ze helemaal meesleurde naar het koude Zuiden,en eenmaal ter plaatse, vaststelde dat het toch niet zou passen in zijn bouwprojekt. En toen maar een hele tuinkas bouwde om die palen heen, alles helemaal zelf. Een uit de hand gelopen ideetje, zoals er hier nog wel meerdere zijn. Maar toch wel een leuk moment, als je na al die maanden winterwerk balkjes en gebitjes en wandjes letterlijk optrekt, en dat het allemaal als een (stevig) kaartenhuisje in mekaar past, en dan na gedane arbeid de gloeiende avondzon het hele kunstwerk in vier en vlam zet.

Zomer 2010. De eerste oogsten komen eraan. De konijntjes houden zich goed in toom, de slakken iets minder…De opbrengst van de moestuin is dit jaar al heel gevarieerd. Suikerboontjes. Erwtjes. Rabarber. Stekebezen. Enormveelframbozen. Koriandermethopen. Tuinbonen. Peterselieennatuurlijkbieslook. Deeerstevanmiljoenencourgettes. Enheerlijkenieuwepetatjes. Noggeentomatenmaardatkomtnog. Eenpaarschuchtereaubergines. Paters. Strakspompoen. Eenweeldevandahliaseneenpaarzonnebloemenenmargrietenensnijrozen. Enondertussenookradijzenenallesoortenslameteenbeetjebasilicum. Of
zoiets. Gelukkig zijn de porties redelijk, en hebben we geen abondances, behalve dan wanneer de pruimen zich laten gelden, O als eieren zo groot. Het valt niet te pruimen.

Niets is makkelijker dan Frankrijk om te weten wanneer je 15 augustus moet vieren.
Sinds vanochtend is het hier piek-uur.
Blaffende, jankende,huilende,grommende hondjes
dwarsen kriskras door het landschap,
Katkats staan in de file op de zandwegjes,
Fluo-jasjes glimmen in de ochtendzon.
en de everzwijntjes zullen
straks eerder forever zijn.

[ Volgens mij zou Herman van Rompuy hier wel een mooie haiku kunnen van maken]

September 2010. La Rentrée. Wordt met een paar denderende stakingen gevierd. Wat hebben die Fransen toch tegen hun pensioen? De gelatenheid over het ongemak van al deze stakingen staat in geen verhouding tot de nationale opwinding over de staking van de Franse voetbalploeg tijdens het wereldkampioenschap deze zomer.

Oktober 2010.De huisartieste begint haar vleugels uit te slaan. De eerste groepstentoonstellingen in de wijde omgeving vallen in de smaak, ze vindt een fantastisch model om te poseren binnen handbereik, ze wordt Amie van de Amis des Arts, de schilderijen worden altijd maar groter en kleurrijker, en nadat een doek door een strenge selectie komt in de Salon d’Automne in Albi krijgt Roos heel wat enthousiaste reacties, positieve respons, lovende kritiek, kortom het gaat goed.

En de klusjes? Zij gingen voort. Maar het wordt wel wat vrijer, je kan beginnen projektjes aan te pakken die nu eens helemaal-niet-nodig zijn. Ik begin stilaan een cave-à-bois aan te leggen, die binnen een paar jaar kurkdroog zal zijn ( om in balans te blijven met die andere cave eronder), en begin allerlei ideetjes te verzamelen voor het geval iemand zich ooit wel eens zou vervelen. Lijkt me een fantastisch idee, zich vervelen. Eindelijk tijd genoeg. Wat een leven.

]]>
Lettres de mon Atelier https://www.yesiwood.be/nl/2007/10/26/oktober-2007/ Fri, 26 Oct 2007 14:18:43 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=6581 Een mens moet mee met zijn tijd. Een Chantier kan je ons plekje nog bezwaarlijk noemen, al zwerven er nog een paar nostalgische cementzakken rond, en strekt de Lijst Van De Te Doene Zaken zich nog nog eindeloos lang uit tot over de einder van de verre Pyreneeën. Vandaar ook de subtiele aanpassing van de titel, en ook de hoge verwachting dat ik U in de volgende afleveringen uitgebreid kond kan doen van de subtiliteit van een halfverdoken zwaluwstaartverbinding, de eindeloze herhalingen van de moucharabia’s of hoe je best een gebroken (stoel)poot weer op de been helpt.

Dat maakt ook dat de stoere verhalen tot het grijze verleden horen. Geen torenhoge klauteringen op wiebele stellingen, geen tonnen puin, geen ijzingwekkende valpartijen, neen, vanaf nu wordt het allemaal wat beschaafder, en ook rustiger. Bijvoorbeeld hoe je op een windstille dag in de verte de eikels zachtjes in het gras kan horen ploffen, hoe mijn grote liefde een pesto van salieblaadjes bedenkt, en hoe we nog altijd de stilte ervaren als een van de grootste geschenken hier. Het lijkt dat ik pas nu merk wat die stilte met je doet, dat die nu pas op ons begint in te werken. Dik vel lijkt de meest voor de hand liggende verklaring.

Niet dat we alleen maar mediteren ( alhoewel dat wel ook heel aantrekkelijk zou zijn). Enkele maanden geleden betrapte ik mezelf erop dat ik nog zoveel moest, en na dit klusje moest ik snel het volgende aanpakken, en dan moet ik nog dit, en daarna… We hebben ‘moeten’ afgeschaft, niks moet en alles kan. Als ik iets doe, dan is het omdat het ook goed is en nuttig en nodig enzovoort, maar op de eerste plaats omdat ik het wil doen. Niks moeten lijkt en is een soort bevrijding, maar het maakt ook dat ik me een stukje meer verantwoordelijk voel voor wat ik doe (en niet doe), en dus ook hoe ik het doe.

Op een of andere mysterieuze manier hebben een aantal dapperen met een feilloze neus het einde van de Werken aangevoeld, en zich niets aangetrokken van alle wolfijzers en andere waarschuwingen voor argeloze bezoekers. Onze speciale reservatie-lijn voor bezoekers blijft het druk hebben. We hebben de lange wachttijden wat klantvriendelijker gemaakt, en dus krijg je nu een boodschap te horen ” Even geduld – er zijn nog tien smachtenden vóór U “.

Terwijl David nog volop bezig was de binnentuin aan te leggen, komt Moeder Dochter bezoeken. Geen tijd voor terrasjes of luie ligstoelen. Branden zal het onkruid en al het snoeihout. Vol bewondering kijkt David naar deze Entreprise familiale, « ça ne rigole pas là-haut » waarschuwt hij me nog.

Eind juli, ondanks een natte maand, beginnen de pruimen als druivetrossen aan de bomen door te hangen. We leren via een snelcursus de grammatica en vele vervoegingen van het werkwoord pruimen – een weelde aan potjes jam met citroen, met dadels, met munt, met vijgen, of een powercombinatie van alles. We komen beslist de winter door. Wat zijn we toch gelukskontjes en bofzakjes om gewoon je deur uit te stappen, en bijna te struikelen over het fruit, kruid, en onkruid.

Het is ook het moment van de zomerse zomers. Met een busje richting Carcassonne, om een bende petekindjes op te halen. Bij de aankomst vinden ze meteen een heuse schat in het zwembad, net zoals het ook was aangekondigd in de prospectus. Het wordt een culinair weekje met alles wat we op de lokale markten kunnen loswurmen met onze muntjes. Kathrin vindt na het zoveelste glaasje een Slaatje Bla best lekker, en nadat we Valentin hebben uitgelegd wat een Sacrifice betekent, vraagt hij meteen of iemand zich wil opofferen om zijn trui te halen in zijn kamer. We worden ook weer bijgespijkerd in nieuwe woordenschat. Schlack !

Het wordt wel stilaan tijd dat die lange zomervakantie voorbij is. Ik heb Arbeitsverbot gekregen, en kan mijn energie niet kwijt. Ik speel een beetje Sarkozy in huis. Ik ben overal te zien, begin iedere dag aan iets anders, en duld geen tegenspraak.

Grappig ook die Fransen. Als je aan het einde van een brief komt, verzoeken ze je heel uitgebreid om de uitdrukking van hun voorname gevoelens te willen aanvaarden. En dan bel je iemand op, en het enige wat je hoort aan de telefoon is een botte “Âllo? “- en dan alleen stilte. Het lijkt of beleefdheid hier op een bepaald moment gestold is, en dat er sindsdien niets meer bij kon.

September. De nieuwe wijnoogst komt eraan, en er moet plaats gemaakt worden in de kelders van de chateaux. Mijn wijnkelder is precies op tijd klaar voor de Foires aux Vins. Toeval kan je dat moeilijk noemen, het is eerder voorbedachte en voorgenoten rade. Het begint eigenlijk met « La Plume », de opening van de jacht op het gevogelte. Daarna volgt Parker ( van de wijngids, niet de vulpennen), en tenslotte is het laatste deel van de trilogie gewijd aan de bospaddestoelen.

Wat een weelde om een mooie, hele herfstzondag in een zonnetje met warme wind een prachtig boek te kunnen lezen ( De Vliegeraar van Khaled Hosseini). De temperatuur had eerder deze week een dipje, acht graden eind September kan je moeilijk comfortabel noemen. We hebben dan maar even winter gespeeld. Gelukkig was die oefening gisteren voorbij, en konden we in de wijngaarden onze oogjes en buikjes volwandelen met alle soorten rijpe druivetrossen. Een wandeling door overdaad, je schiet natuurlijk geen meter op met al dat lekkers. Daarom heet het hier ook Frankrijk. L’homme heureux est celui qui croit l’être.

]]>
Lettres de mon Jardin https://www.yesiwood.be/nl/2007/04/26/april-2007/ Thu, 26 Apr 2007 14:16:04 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=6579 Die winter is verganghen ( of zo lijkt het), een goed ogenblik om ons mentaal voor te bereiden op al het rondspringend groen, en jullie wat bij te schrijven over onze franse evenementen in het voorbije seizoen.

We hebben slecht nieuws. Ons huis is bewoonbaar verklaard, en dat maakt dat je een heleboel dingen moet gaan doen, en nog meer dingen niet meer mag doen. Vuile modderschoenen zijn uit, pantoffels bij de haard zijn volledig in. We kunnen zelfs al aan vakantie denken ( voor onszelf wel te verstaan, die zomermaanden hier vullen zich wel vanzelf) om even uit te rusten van een jaartje drukdoen. Ik zal ook de titel van deze stukjes moeten veranderen. Je kan eigenlijk niet meer echt van een chantier spreken, en ik zal me maar terugtrekken in mijn atelier. Dat begint er al aardig ( gevuld) uit te zien, the difference between men and boys is the size of their toys, en de eerste produktie van houten spulletjes valt niet tegen. U komt me vast wel tegen op één van de honderden kunstmarkten voor argeloze toeristen, die deze zomer hier in het zuiden als paddestoelen uit de grond schieten.

Trouwens, de bossen rond ons huis zijn een grote risico-factor geworden, door de jagers op wild en jagers op paddestoelen. Midden oktober, het wordt bijzonder gevaarlijk op het kronkelwegje vlakbij door het bos richting Tarn. Opstoppingen, zelfs een ambulance moet er worden bijgehaald om een ongelukkige paddestoelplukker met gebroken been te bevrijden uit een hachelijke situatie. Jean Do komt op een zondagochtend glunderend een rieten mandje vol lekkers brengen. De fransen zijn even talrijk aanwezig in de bossen als de cêpes (eekhoorntjesbrood). Overal blijkt de oogst tegen te vallen, tot Bruno met schroom bekent vorig weekend 32 kilogram te hebben geplukt. Ils exagèrent quand-meme…De laatste weken was hier heel veel sprake over servir la France, het lijkt eerder op se servir de la France.

Als onderdeel van ons normaliseringsprogramma komt de lokale verzekeringsmakelaar even het huis inspecteren. Une visite, ca se merite. Als een koorddanser trippelt hij in zijn beste pak op de tenen van zijn tere glimmendgepoetste mocassins door de binnentuin – eerder binnenpuin, in de rechterhand delikaat zijn kalfsleren aktentasje balancerend tussen modderplassen, betonmolens, houtstapels en ander risico-spul. Er was ook wel een beschaafde omweg, maar die had hij net gemist. De polis wordt online aangepast, met Mme Houllebecq als lijdend voorwerp aan de andere kant van de GSM. De moeite waard, om Microsoft Fenêtres uit te leggen op afstand. In tranen neemt hij afscheid, drie dagen later vinden we de keurig aangepaste polis op de ouderwetse manier in de brievenbus.

Stilaan eist het landleven ook zijn plaats op. We beginnen stilaan te leven op het ritme van planten, snoeien, knippen, wieden, en bloeien. De klimrozen doen alsof ze volleerde alpinisten zijn, en alsof de de top van de Mont Blanc aan het beklimmen zijn. En als ze moe zijn, kunnen ze even uitrusten op de boogjes over het pad. Het Normandisch weer helpt natuurlijk ook. Terwijl in de hoge Belgische Tropen en de Nederlandse Sahara de voorjaarszomer de bleke kuiten teistert, genieten wij hier (toch af & toe)van een grijze hemel, een heerlijk motregentje, een wild onweer, en een fikse windvlaag. Ideaal om de jonge sla-plantjes, de tere pijpajuintjes, en de zomerprei wortel te laten schieten. De pruimenbomen bloeien kort maar prachtig, om dan de bloesems snel te zien wegwassen in de stromende regen.

Onweer
Er is een wolk gebroken
De regen ligt aan scherven
Donderse bliksem flitst en scheurt
De hemel aan flarden
Weerom
Onweer

Bouwen is een oefening in geduld. Soms voel ik me in mijn droom als Farinelli, als ik helemaal alleen op het podium “Ritorna! Ritorna!”zing. Maar het helpt niet. Onze vaklui beslissen zelf wel wanneer ze terugkomen, en smeekbeden en bedreigingen verdwijnen in het zwarte gat van voice mails. En eigenlijk moet je ook geduld met jezelf hebben, als je naar de eindeloze lijst van klussen en projecten kijkt die nog voor je liggen. Het kan frustrerend lijken, maar van de andere kant is het ook een weelde om nog zoveel ideeën te hebben, en de kunst is om er plezier in en voldoening van te hebben; stel je voor dat je niet meer zou weten wat gedaan. En daarnaast is het ook goed en leuk om te denken en te doen wat er níet op lijstjes staat.

]]>
Lettres de ma Ruïne https://www.yesiwood.be/nl/2006/03/26/maart-2006/ Sun, 26 Mar 2006 14:11:56 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=6577 Er klopt eigenlijk niets van. Geloof niemand meer die beweert naar het zonnige Zuiden van Frankrijk te verhuizen omwille van het mooie prettige aangename weer. Allemaal zomerpraat van mensen die, vóór het echt serieus wordt, terug wegvluchten, Noord of nog meer Zuid, en mooieweerspraatjes op je mouw spelden. De winter in heel Frankrijk is, gewoon, winter, en daar kunnen we nu volop van meespreken.

Eind januari, we zijn terug op weg uit België naar ons zonnige stekje,met een aanhangwagen vol recup materiaal (wat mijn vader en zijn vader al een halve eeuw hadden opgestaan ‘voor het geval dat’), rijden we door de zonovergoten Champagne, langs het winterse Orléans, tot in het grijze Limoges, om ter hoogte van Montauban de eerste sneeuw tegen te komen. In de Gaillac wordt het al een tiental centimeter met een toetje mist, en eenmaal in Albi ontdekken we een Breughels’ sneeuwlandschap van een kleine voet hoog. Ik rijd nog door met de ‘remorque’ tot in ons dorp, door een halve meter sneeuw. Op één zaterdag tijd, terwijl we er niet waren ( vandaar dat we er alleen kunnen van meespreken), is er bij ons een dik pakje gevallen, terwijl de Aveyron (twintig km verderop) gezegend was met een 110 cm dik sneeuwvachtje. Je zou van minder je karre keren.

Twee weken later woedt er een zandstorm door ons lieve huisje. Toegegeven, het was wel een beetje kunstmatig, maar dat je op twee dagen tijd zo een tweeduizend kilo zand kwijt kunt in je huis als je eenmaal begint balkjes en muren te zandstralen, daar had ik niet echt op gerekend. Ons huis is dus ondertussen een oase geworden, maar niet eentje van rust. Alles heeft eraan geloofd, van de oeroude deuren tot de open haard, terwijl Jean en Mickaël rond lopen als verdwaalde diepzeeduikers met zuurstofslang en koperen vizier. Zeker niet iets voor gevoelige kijkers. Als het zand om je hoofd is verdwenen, is het wel allemaal gekuist voor een (heel) aantal jaar ver.

Météo oblige, we hebben ook wel een paar zonnige weekjes gehad, met s’middags een graad of vijftien, maar die verzonken in het niet in het vries-en regen- en wind- en landklimaat. Volop genieten dus van het rijke en koude buitenleven, vooral omdat we stilaan zijn tenonder gegaan in een constructieve regressie door eerst de CV ketel uit te schakelen, daarna de open haard als enige warmtebron te gebruiken, tot zelfs dat niet meer de moeite was want overal waren (zijn) gapende openingen in het hele huis. Maar voordat jullie een hulp-actie opzetten met warme kousen en blikken soep, we konden het allemaal op afstand beschouwen vanuit ons ‘klein Zwitserland’ appartementje in Albi, schoon, warm, en netjes. Dat leverde wel problemen op, soms deed ik mijn modder-cement-water-stof-zaagsel-schoenen aan/uit in de lift, zodat niemand van onze buren het spoor van bouwpuin kon volgen tot aan onze deur. Een mens moet toch nog een beetje privacy hebben. Zeker als onze buren ons iedere ochtend gezwind zagen vertrekken met de frigo-box ( die Fransen hier alleen gebruiken om de rosé koel te houden).

Een tweede mythe doorprikt. Sommige Fransen zijn echt geen luiaards, in ieder geval niet diegenen die onze chantier onveilig maken. Werkdagen van acht uur s’ochtends tot zeven uur s’avonds zijn geen uitzondering, en dat komt niet omdat de lunch of de siësta zo lang duurt. Er zitten taaie rakkers bij, David die tien centimeter diep in de modder in de tuin de muurtjes aan het voegen is terwijl de regen stroomt, of Jean die in het ‘hôtel des courants d’air’ in de bijtende vrieskou en wind nieuwe raam-openingen aan het maken is in het zijgebouwtje.

Vaklui die op de afgesproken dag komen opdagen, en in no time een sanitaire installatie leggen waar je de kerncentrale van Doel zou kunnen mee bedienen, of een dakje in een zucht en een draai naar een andere wereld helpen. Er zat maar één sukkelaartje tussen al onze stielmannen, maar die had dan ook een Spaanse familienaam. Ik heb (nog) veel (meer) respect gekregen voor het harde fysieke werk, er zijn letterlijk tonnen steengruis en afval uit het huis gesloopt (slopen komt van slepen), van ‘plano’ ( gipsplaten, het favoriete materiaal van fransmannen om een scheef huis recht mee te timmeren), tot drie trappen boven mekaar ( telkens eentje versleten was werd er een nieuwtje bovengezegd, zo bleef het stevig).

We hebben een muurtje van gewapend stro/leem ontdekt ( en gesloopt…), dat zo sterk was dat zelf een drilboor er zijn tanden op stuk beet. Zelfs Jean had dit nog niet gezien in zijn veertigjarig metselcarrière, het leek eeuwen oud, vooral toen we nog een balkje terugvonden dat dateerde van 1602…

Daarentegen gaat het slopen van stenen muurtjes van een meter dik verrassend makkelijk, want de natuurstenen zijn met aarde samengevoegd, en als je er eenmaal eentje hebt losgewrikt wordt het een soort meccano om de andere los te krijgen. Puin zat dus, en in een voorzienige bui kon dat allemaal direct in de binnenkoer worden gedumpt, die we een maand daarvoor een meter hadden uitgediept (Daar hoort trouwens nog een verhaal bij hoe je met een tractor een mol kan vangen, de meest originele suggestie was om er maar direct ‘daube de taupe’ van te gaan maken. )

Maar er is vooruitgang, en hoe. We zijn 2 januari begonnen met de afbraak, en volgende week, eind maart, wordt het dakje al op de nieuwe toren(tje) geplaatst. De vloer van het gelijkvloers ( of platvloers gezegd, de begane grond), na enkele weken verdacht veel gelijkenis te hebben vertoond met een mislukte steenkoolmijn, weerspiegelt nu de buitengewone vlakheid van een handgemaakte chape, die vol ongeduld wacht tot de nieuwe stenen vloer er zich op neervlijt. De nieuwe ramen staan geschilderd en wel bij de schrijnwerker te popelen om te worden geplaatst…

Wat ook helpt zijn masjientjes op tijd en stond. We hebben een mammoet van een Manitou op onze binnenkoer, waar alle materiaal en puin binnen handbereik wordt aan-en afgevoerd dank zij een telescopische arm die overal bijkan. Voor het betere werk hadden we een betonpomp, je moet het echt gezien hebben om te geloven, vooral als het mannetje een Playstation II omgordt om vanop afstand 15 ton beton met een vingerknip op de goede plek te krijgen. Maar zonder vakmanschap zou het allemaal niet lukken, en ik leer iedere dag bij.

Wat er ook op vooruitgegaan is, is mijn woordenschat van de Franse bouwtermen, vooral als er iets niet helemaal lukt ( wij zijn nog altijd hard op zoek naar de eerste muur in het huis die er loodrecht bij staat). Een huis in Frankrijk wordt niet alleen gebouwd met cement en beton, maar met hele kruiwagens vol bordels, putains en merdes.

Soms vergeet je bepaalde dingen, zoals de wetten van de zwaartekracht, tot je er met je neus hardhandig wordt op gedrukt. We zijn in het zijgebouwtje bezig puin te ruimen (voor de verandering) in een stralend winterzonnetje, fluitend vliegen de schepjes in de laadbak in, tot een plankje van de vloer op de eerste verdieping zich plots bedenkt en er genoeg van heeft na al die mishandelingen. In no time ben ik van het ateliertje-in-de-toekomst naar de wijnkelder-to-be afgedaald, zonder tussenstops of andere aarzelingen. Jean raapt de brokjes op, ik ben er met de schrik van af gekomen- denk ik-, en een half uurtje later sta ik al weer luimig en lustig verder (op) te scheppen. s’ Middags begint het toch een beetje te nijpen, en begin ik stilaan allerlei onbekende plekken van mijn lichaam opnieuw te ontdekken. Toch maar even de Urgences geraadpleegd, niets gebroken, en de hersens niet meer beschadigd dan ze al waren. De volgende dag voel ik me niet alleen gepensioneerd, maar ook als een echte bejaarde, en de dag erop als een heel bejaardentehuis. De dokter geeft een ziekenbriefje mee voor mijn patronen, en na een weekje aan de ziekenbond zitten polsen, ellebogen, schouders, heupen, ribben en knieën stilaan weer op de goede plaats. Sindsdien ga ik nooit meer de werf op zonder valscherm.

Roos heeft ondertussen een tweede roeping ontdekt. In plaats van schilder en kwast te hanteren op etherische onderwerpen is ze met hart en ziel het behang van de bovenverdieping te lijf gegaan. De wolk van stoom leek soms wel een hamam, helemaal gebarricadeerd met platen en isolatiemateriaal tegen het aardse gedreun en getril in de harde mannenwereld beneden. Een metamorfose, vol heimwee naar het vuil (letterlijk) rose van de gang en het ‘vanille'(vynil) behang van de slaapkamers, alles is nu letterlijk schoon gespoten en gestoomd.

Het is dus zo ver. Ik,die altijd een ruïne wilde restaureren, heb na drie maanden intense arbeid eindelijk dat stadium bereikt. Wat ervoor in de plaats komt, zal zeker iets in “BeauHaus” stijl zijn. Maar voor we daar aan toe zijn, zijn we al heel wat brieven verder. Ik hou U op de hoogte.

]]>
Lettres de mon Chantier https://www.yesiwood.be/nl/2005/12/26/december-2005/ Mon, 26 Dec 2005 13:50:13 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=6566 Een half jaartje later, het lijkt bijna een halve eeuw later. Wij zijn nu allebei in ieder geval over die persoonlijke grens heen ondertussen.Zondagochtend, zondagrust, en we weten plots allebei terug heel goed waarvoor dat ooit weer was uitgevonden. We bekomen van onze eerste sloopwerken gisteren aan het huis. Het vloertje van het salonnetje is helemaal bezweken onder Roos’ haar zot geweld ( Maurice zei “les femmes ça casse tout”), en ik heb de patientjes allemaal naar buiten gesleept met ons Amsterdams winkelkarretje dat hier een nieuw leven tegemoet gaat. De tegeltjes liggen nu netjes in rotten van 100 gestapeld tot ze straks ( schreef de optimist) in het halletje een definitieve plaats krijgen.

Nee, we zijn niet in een tentje in de tuin gaan kruipen ondertussen. We hebben een klein appartementje in Albi gehuurd, ons “petite Suisse”netjes, proper, alles in orde, warm- waar we ons in de avondterugtrekken voldaan van het harde werk. Datbetekende vorige week nóg een verhuis(je) van onze lokale spullen, wat een heerlijk déjà vu gevoel! Nu begrijpen we ten volle wat out-of-the-box-thinking betekent…Het voordeel is dat de verhuisshock voor ons stads-pietjes terug wat is afgenomen, met alle levensnoodzakelijkheden ( de bakker zondagochtend, de slager, de brasserie) allemaal terug binnen handbereik. De psychiater hier zegt dat we ons parkeertrauma van Amsterdam goed aan het verwerken zijn, we slaan niet meer in paniek als we een straat zien zonder parkeermeter. Vrijdagavond voor heteerst naar het theater(tje) gegaan om de hoek, een echte bonbonnière.Denk aan de (Amsterdamse natuurlijk) stadsschouwburg, maar dan met één tiende van het aantal zetels.Er is al veel veranderd in de tuin, en er blijft nog altijd veel te veranderen. Een heleboel muurtjes zijn al af, de helft van het gazon is al groenig aan het worden, het lijkt of de beschaving stilaan terugkeert. David heeft goed wortel geschoten bij ons, en is er tegenwoordig een modderbad kuur aan het volgen. De hele week regen, het geeft een gevoel hoe het in 14-18 in de loopgraven koude kille plakkerige miserie moet geweest zijn. Maar voor jullie te veel medelijden krijgen, in november hebben we twee weken lang alleen maar blauwe lucht en stralende zon gezien, en werd de lunch door Mama Rosa s’middags op het terras geserveerd… De plannetjes voor de rozentuin zijn af, ondertussen zijn de Madame Carrières, Cuisses de Nymphe émues, Pimpinelfolia Stanleys, Comtes de Chambord en andere genodigden al allemaal gearriveerd voor het grote rozenbal, en gaan ze straks na Nieuwjaar (met hun wortels) de grond in. We krijgen in maart nog wat stekjes wijnranken van onze oude buur, vroeger was een derde van het dorp nog wijngaarden, dus daarmee zetten we de traditie toch nog wat

voort. Ondertussen is de bedevaart van aannemers en artisans volop< losgebarsten, het lijkt of we pal op de route van St Jacques van< Compostella zitten. Ik houd nu iedere dag spreekuur, en de wachtzaal zit alle dagen vol. Mijn vocabulaire de construction neemt de allures aan van een encyclopedie, van chevrons tot hourdies, van équerre en bias, en niveau betekent niet niveau maar waterpas. De ene brengt ons in contact met de andere, een lange lange keten van relaties. Er zijn ook (soms letterlijk) bergen werk, en je kan er je even druk in en op maken als in een normale kantoorbaan, maar het is ook heerlijk om gewoon ergens te begginnen en niet een deadline voor jezelf uit te vinden. En het tweede dat me opvalt is hoeveel een huis wel weegt. Alles wat je vastpakt weegt, en als je dan terugkijkt op wat je allemaal versjouwd hebt kijk je er helemaal anders naar. De open haard laat weer een hele andere aantrekkelijke kant zien. Alle< brokjes en stukjes hout van al de brioches van de vorige eigenaars (koterie voor de Vlamingen) worden nu omgezet in deugddoende vlammetjes waar we onze versteven ledematen komen aan warmen bij de koffie s'ochtends en de infusion tijdens de middagpauze. s'Middags gaan we een routier-restaurantje in de buurt opzoeken, we zitten er tussen Poolse loodgieters en Portugese kasseileggers, l'Europe ça se construit! En een viergange(tjes)menu inclusief wijn voor elf euro, daar kan Spanjer en van Twist in Amsterdam toch niet tegen op. Onze handen beginnen er ondertussen al een beetje als schuurpapier korrel 80 uit te zien, en de eelt van het urenlang computertoetsen is vervangen door een wat ruwere versie. Onze vingernagels zijn verstevigd met een randje cement, en de grijze haren vallen plots veel minder op tussen al het stof dat we doen opwaaien.

]]> Lettres de mon Paradis https://www.yesiwood.be/nl/2005/07/26/juli-2005/ Tue, 26 Jul 2005 13:14:37 +0000 https://www.yesiwood.be/?p=6554 We verlaten de snelweg in een zonovergoten avondlandschap vlak voor de brug van Millau. Het stukje snelweg van Clermont-Ferrand tot hier doorheen de Aveyron is één van de mooiste van heel Frankrijk. De pas geoogste korenvelden liggen er als evenzoveel uitnodigingen om een hele nieuwe generatie van impressionisten aan het werk te zetten. Het belooft weer voor de derde keer- een lange hete zomer te worden, voor 35 graden draaien we ons hand niet om.

We komen thuis op de werf, want dat is het (zes maanden later dan afgesproken) nog altijd. Bij het binnenkomen in ons huisje lachen een stel afvoerbuizen ons vriendelijk toe. Waar vroeger het toilet stond gaapt nu een afgrond. Welkom thuis! De volgende dag komt onze loodgieter fluitend binnen en kijkt ons met zijn onschuldige helderblauwe ogen doodverbaasd aan van “Ik dacht dat jullie hier pas op het eind van de week toekwamen”. De sloeber. Na een dagje knutselen kunnen we eindelijk s’avonds onze bilspieren ontspannen, wat een opluchting!

Maurice de ex-postbode heeft ondertussen al wel het tuinhuisje bijna klaar om onze status van daklozen te kunnen kwijt geraken. Ik kan aan het werk, een dakje leggen en plein sud is quite a challenge, maar het lukt uiteindelijk wel aardig- al kan ik s’avonds geen arm meer opheffen van vermoeidheid om aan mijn glaasje rosé te geraken. Ca change de la vie de bureau.

Het tuintje begint stilaan een paar van zijn nieuwe charmes bloot te geven, en de betonmolen begint steeds verder weg te sluipen van het huis. Maar vader en zoon Boudou zijn harde werkers, en stielmannen.. S’avonds om acht uur zijn ze nog de laatste steentjes aan het zetten.

Op zaterdag belt David, zijn rug is helemaal kapot. Wij voelen ons bijzonder schuldig dat hij zo heeft gesleurd aan de zware stenen, hij moet absoluut zeker naar de dokter. Drie dagen lang geen nieuws. We bellen hem thuis, en horen dan pas dat hij op zijn vrijgezellenavond het zotje heeft uitgehangen. Beaucoup d’amour, pas de pitié! Een week vóór zijn huwelijk, krijgt hij van zijn lief toekomstig vrouwtje huisarrest en mag voorlopig niet meer in onze tuin komen spelen.

Ondertussen doet het zwembadje zijn naam eer aan van “stille waters diepe gronden”. Zo diepgroen zelfs dat we de bodem al niet meer zien. En stil is het ook, en lang. De tweede week komt er eindelijk beweging in de zaak. Het boeltje wordt leeggepompt, met al de algen kunnen we een Centre de balnéotherapie beginnen, de stenen trapjes worden gehakt en gehouwen en gemetst, en alles wordt schoongespoten en gepalpeerd, klaar voor de eindlaag

Tot we het franse fenomeen van “le Siège” leren kennen. We kunnen er niets aan doen, het is het hoofdkantoor dat beslist wat en waar wanneer wel ( en vooral niet) gebeurt. Daar is geen protest tegen bestand, ” all resistance is futile”. Twee weken later vertrekken we met nog altijd een leeg zwembad, maar met alle oprechte verzekeringen dat het alleszins de week erop zal gebeuren, sauf mauvais temps, force majeure, chasseurs, pluies, et causes inattendues. Het is duidelijk dat Allah zich goed thuisvoelt in Frankrijk

Wat wel goed loopt is de hele administratie. We hebben de bouwplannetjes eindelijk klaar, we tekenen driehonderd documenten bij de architect, en laten alles per direct achter in de handen van onze burgemeester. Een uur later is het al in de post naar Stedebouw, met avis favorable. De voordelen van een klein dorp, Small is Beautiful.

Op een avond gaan we nog terug naar de Jardin des Paradis in Cordes, waar we de eerste ideeën voor onze tuin hadden opgedaan. Er is een picknick nocturne, en er dwaalt een Marokkaanse verteller rond, die hele massa’s ouderen en kinderen boeit als een verteller van Hamelen. Een tuinbank, die vol rijen kinderen zit, valt plots van de spanning omver, kinderen rollen over de grond, de verteller barst uit in lachen. In grote verontwaardiging staat een tienjarig jongetje te brullen tegen hem “Mais monsieur [ eikel kennen ze nog blijkbaar niet in Frankrijk red] on a failli se tuer”. Waarop de verteller hem zachtjes antwoordt: “Mais mon enfant, on ne se tue pas au Paradis”

]]>