De tijd vliegt…. om te verdoezelen dat ik ondertussen al achttien maanden radiostilte heb bewaard.
Nee, we zijn niet opgepakt geweest door de geheime politie, we hebben nog altijd internet, en we zijn nog samen. Dus maar een kleine bloemlezing van alle belangrijke dingen uit het voorbije nabije verleden.

November 2009. Nog maar pas hadden we twee weken zomerse dertiggradenachtige toestanden, om de week erna une petite goutte polaire met koelkastklimaat te moeten doorstaan. De salamandertjes – of salamandertjes zoals Roos die noemt – wurmen zich in paniek in de winterse muren. Onze verwarming is het noorden kwijt. Het wordt met één klap bitter winters koud, de eerste nachtvorst. s’Ochtends hangen de takken van de moerbeziebomen bij het huis nog zwaar door van het oerwoud van donkere bladeren. Bij de eerste warme zonnestralen en het ditto zuchtje wind dwarrelen de eerste blaadjes neer, gevolgd door nog meer en nog meer, en nog meer. Even later is het een groene waterval vanuit het diepvriesspinaziebladerdek. Tegen de middag staren de bomen kaal en hijgend te staren naar de ritselende groene haartooi aan hun voeten, alsof ze net van een iets te fanatieke kapper zijn teruggekeerd.

Vrijdagavond, feestdag van Sainte Cécile. De kathedraal van Albi is in een schemerige sfeer, alle banken vol, doodstil. Vanuit de verte van het koor klimmen zes mannenstemmen de gewelven op, betoverend. Ze zingen gregoriaanse muziek, die hier, op deze plek, duizend jaar geleden werd gezongen en neergeschreven. Hun stemmen vullen de immense ruimte als een menselijk orgel, en het wordt nog boeiender als ze zich overal verplaatsen. Het lijkt alsof de duizend jaar oude stenen plots een even eeuwenoud deuntje herkennen en weer tot leven komen.

December 2009. We houden van afwisseling, en afwisseling houdt van ons. Nauwelijks zijn we van de kou bekomen, of we krijgen twee dagen orkaan als toetje. Tuinbanken die je normaal met zijn tweeën optilt dwarrelen nu door de tuin alsof het pluimpjes zijn. Duiven en roodborstjes en steenuiltjes en wegwaaimussen klampen zich krampachtig vast aan de grassprietjes, en de helft van het maïsveld naast de deur, dat in onze tuin op bezoek komt, vormt een perfecte isolatie voor nog meer kou. Roos begint de koolweesjes te voederen. Het duurt even voor ze de weg hebben gevonden, en de duiven volgen hen alras, en proberen hun dikke lijven op het kleine stokje te wurmen.

Januari 2010. In Frankrijk hebben alle plattelandspostbodes een loper voor brievenbussen, om pakjes te kunnen deponeren. Josette, onze postbode, vraagt ons op een dag wat we doen met alle mooie postzegels die we uit België krijgen (en dat is nog een heel ander oud verhaal van vaderlijke verzamelwoede en zo). Haar zoontje verzamelt die. Een jaartje later overhandigen we haar een welgevulde enveloppe (met postzegels). Zij dolgelukkig. De volgende middag openen we onze postbus. Middenin troont een heerlijke chocoladetaart, door haar zelf gebakken en direct ter plaatse bezorgd voor onze gulzige mondjes.

April 2010. Van gulzige mondjes gesproken. Wulpse weiden en raspende koeientongen vormen weer onderdeel van ons dagelijks landschap. Tijd om echt iets aan de potager te gaan. Veertig jaar terug liet mijn vader de gevel van een jaren-1920-villa aan de Belgische kust afbreken, en sloeg de houten palen op in zijn garage. Om Ooit Nog Eens Iets Mee Te Doen. En daar bleven ze, tot een zoontje verlegen om bouwmaterialen ze helemaal meesleurde naar het koude Zuiden,en eenmaal ter plaatse, vaststelde dat het toch niet zou passen in zijn bouwprojekt. En toen maar een hele tuinkas bouwde om die palen heen, alles helemaal zelf. Een uit de hand gelopen ideetje, zoals er hier nog wel meerdere zijn. Maar toch wel een leuk moment, als je na al die maanden winterwerk balkjes en gebitjes en wandjes letterlijk optrekt, en dat het allemaal als een (stevig) kaartenhuisje in mekaar past, en dan na gedane arbeid de gloeiende avondzon het hele kunstwerk in vier en vlam zet.

Zomer 2010. De eerste oogsten komen eraan. De konijntjes houden zich goed in toom, de slakken iets minder…De opbrengst van de moestuin is dit jaar al heel gevarieerd. Suikerboontjes. Erwtjes. Rabarber. Stekebezen. Enormveelframbozen. Koriandermethopen. Tuinbonen. Peterselieennatuurlijkbieslook. Deeerstevanmiljoenencourgettes. Enheerlijkenieuwepetatjes. Noggeentomatenmaardatkomtnog. Eenpaarschuchtereaubergines. Paters. Strakspompoen. Eenweeldevandahliaseneenpaarzonnebloemenenmargrietenensnijrozen. Enondertussenookradijzenenallesoortenslameteenbeetjebasilicum. Of
zoiets. Gelukkig zijn de porties redelijk, en hebben we geen abondances, behalve dan wanneer de pruimen zich laten gelden, O als eieren zo groot. Het valt niet te pruimen.

Niets is makkelijker dan Frankrijk om te weten wanneer je 15 augustus moet vieren.
Sinds vanochtend is het hier piek-uur.
Blaffende, jankende,huilende,grommende hondjes
dwarsen kriskras door het landschap,
Katkats staan in de file op de zandwegjes,
Fluo-jasjes glimmen in de ochtendzon.
en de everzwijntjes zullen
straks eerder forever zijn.

[ Volgens mij zou Herman van Rompuy hier wel een mooie haiku kunnen van maken]

September 2010. La Rentrée. Wordt met een paar denderende stakingen gevierd. Wat hebben die Fransen toch tegen hun pensioen? De gelatenheid over het ongemak van al deze stakingen staat in geen verhouding tot de nationale opwinding over de staking van de Franse voetbalploeg tijdens het wereldkampioenschap deze zomer.

Oktober 2010.De huisartieste begint haar vleugels uit te slaan. De eerste groepstentoonstellingen in de wijde omgeving vallen in de smaak, ze vindt een fantastisch model om te poseren binnen handbereik, ze wordt Amie van de Amis des Arts, de schilderijen worden altijd maar groter en kleurrijker, en nadat een doek door een strenge selectie komt in de Salon d’Automne in Albi krijgt Roos heel wat enthousiaste reacties, positieve respons, lovende kritiek, kortom het gaat goed.

En de klusjes? Zij gingen voort. Maar het wordt wel wat vrijer, je kan beginnen projektjes aan te pakken die nu eens helemaal-niet-nodig zijn. Ik begin stilaan een cave-à-bois aan te leggen, die binnen een paar jaar kurkdroog zal zijn ( om in balans te blijven met die andere cave eronder), en begin allerlei ideetjes te verzamelen voor het geval iemand zich ooit wel eens zou vervelen. Lijkt me een fantastisch idee, zich vervelen. Eindelijk tijd genoeg. Wat een leven.